Edward Multon - Stad in het duister
Thriller
Fragment
. . . . . . . . . .
Auto's stopten met gekrijs van plotseling vastgrijpende
remmen en één van de geschrokken automobilisten draaide met zeldzame
tegenwoordigheid van geest een bermlamp in de richting van de vluchtende man, zodat hij
opeens een prachtig doelwit vormde voor de hem achtervolgende
politieman!
Doch vóór deze daar gebruik van had kunnen maken, wendde hij
zich razend vlug om en zond drie schoten af in de lichtflits van de
auto!
Met een kletterend geluid vloog de lamp in stukken!
De
bestuurder van de auto gaf een gil en omklemde zijn onderarm, die doorboord
was door een kogel.
Brigadier Wells zwenkte haastig enkele passen naar links.
Als de kerel zó zuiver schoot, werd het oppassen!
Hij, Wells, was getrouwd
en had vier kinderen, evenals Joe Gibbons, wiens lichaam thans omringd werd door
van alle kanten toesnellende mensen.
Het had geen zin zich óók dood te laten
schieten.
In de verte klonken meerdere fluitsignalen en kort daarop
het geloei van een sirene.
Van Manhattan Place naderde in volle vaart een
patrouillewagen!
Vanuit de richting Columbus Monument kwam er óók een en vloog met
een honderd kilometer vaart over het natte asfalt.
Men hoorde het gieren
van de banden!
Brigadier Wells bleef staan.
De vluchteling was verdwenen
tussen de lichte en donkere vlekken van het doorweekte park. Iemand slaakte een
kreet van schrik, toen een grote booglamp plotseling uitging en direct daarop
een tweede werd gedoofd.
"Hij heeft de lampen kapotgeschoten!"
Een man schreeuwde de woorden uit, doch zijn waarschuwing
dreef weg op de wind.
Kort daarop was er een oorverdovend rumoer van remmende auto's.
Politiemannen sprongen eruit en verspreidden zich over het
trottoir.
"Hij heeft Joe Gibbons neergeschoten en is het park
ingevlucht!" lichtte brigadier Wells hijgend een collega in.
"De lamp van een auto
schoot ie óók kapot en daarna nog twee straatlantaarns tussen de bomen. Het
laatste zag ik 'm naar rechts lopen, het struikgewas in!
Hij kan onmogelijk ver uit
de buurt zijn, want hij liep door.'
Bevelen vlogen over en weer.
Een driftige inspecteur gaf
vier met machinepistolen bewapende agenten opdracht het park in
oostelijke richting te doorzoeken.
Jullie," vervolgde hij, zich tot enige anderen wendend, "maken daarbij een omtrekkende beweging, maar
schiet niet op elkaar, want we gaan de hele boel uitkammen, óók vanaf de oost- en noordzijde!"
. . . . . . . . . .