Frans Esselink - Geboorte en andere verhalen

Verhalen

Fragment

( . . . )
Na een week belde de maatschappelijke werkster dat moeder die middag kon worden opgenomen.
Ik vond dat moeder even moest wennen aan het idee en sprak af dat ze de volgende dag, op vrijdag, zou komen.
Nadat ik het haar had verteld werd ze stil en ze sprak de verdere dag nagenoeg niet meer met ons. 

Op vrijdag werd ze om tien uur door een rolstoeltaxi opgehaald.
Die vrijdagochtend zat ze stil voor zich uit te kijken en ze gaf nauwelijks antwoord als we haar iets vroegen.
Mijn dochter, haar lievelingskleindochter, kwam nog even gedag zeggen maar ook zij kon de stemming niet veranderen. 
De taxichauffeur was een vriendelijke vrouw, die met veel zorg moeder met de rolstoel in de taxi bracht. 

Ella, mijn echtgenote, ging mee om haar te begeleiden tot het verpleeghuis en ik reed in onze auto mee.
Nog voor de taxi daar aankwam stond ik hen in de hal al op te wachten.
We werden opgevangen door een jonge vrouw die zich voorstelde als zorgcoördinator Jolanda.
In een kamer op de vierde en hoogste etage van het verpleeghuis legde Jolanda op een lieve manier de regels van het huis uit.
Ze bleef tegen moeder praten, maar die deed schouderophalend of het haar allemaal niet interesseerde alsof het een ander aanging.

Nadat we de nodige formulieren hadden ingevuld kregen we een korte rondleiding.
Moeder kreeg tijdelijk een éénpersoons kamer, maar zodra er een plaats vrij zou komen werd ze verhuisd naar een tweepersoons kamer.
Jolanda liet ons alleen om even aan het idee te wennen.

'Ik heb liever een tweepersoonskamer,' gaf moeder als commentaar.

We hadden alle begrip voor haar nukkigheid, maar het maakte het er voor ons niet eenvoudiger op.
We brachten haar naar de huiskamer waar ze aan een tafel met drie andere dames een plaatsje had gekregen.
Tegen etenstijd namen we afscheid met de belofte 's avonds terug te komen.

Terwijl we wegliepen zagen we haar als een zielig hoopje aan de tafel zitten.
Met pijn in ons hart liepen we naar de lift.
( . . . )