K.H. Scheer - Aanval op de maan
Science fiction
Fragment:
. . . . .
Verdaquer
slikte een paar keer en zei dan:
"Alles is klaar, sir."
"Weet u beslist zeker, dat de vijf extra-ruimteschepen niet door de radarapparaten van het ruimtestation gedetekteerd kunnen worden?"
"Beslist
zeker," antwoordde de geleerde hees.
"Ik heb de nieuwe kunststof, waarvan uw
spionnen in de U.S. de formule wisten te ontvreemden, aan alle mogelijke tests
onderworpen.
Op de gehele wereld bestaat geen radarapparaat, waarvan de stralen
door deze kunststof weerkaatst worden.
De ruimteschepen zullen het
ruimtestation ongehinderd kunnen overvallen."
"Heel
goed, professor.
Als deze extra-ruimteschepen het ruimtestation ingenomen
hebben, zal ik heer en meester worden over de gehele wereld.
Dan zal ik u tot
de allerhoogste rangen verheffen, want een ondankbare ben ik niet.
Watkin?"
Een grote, zwaargebouwde, ruw uitziende kerel trad op de diktator toe.
"Watkin,
ik duidde u als leider aan van het kommando, dat het ruimtestation moet veroveren,
omdat ik u als een van de beste agenten van onze veiligheidsdiensten leerde
kennen.
Heeft u alles in orde gemaakt?"
"Ja,
sir.
In elk ruimteschip zullen dertig mannen zitten.
Ik trainde deze mannen
persoonlijk en ze weten zo precies, wat van hen verwacht wordt, dat ze hun
opdracht met gesloten ogen zouden kunnen vervullen.
Zodra het ruimtestation
binnen de reikwijdte van onze kanonnen komt, zullen we de verse
lucht-installatie vernietigen.
Bij gebrek aan lucht zal de voltallige bemanning
van het ruimtestation sterven en dan hebben wij vrij spel voor de landing."
"Bestaat er geen gevaar, dat u andere kwetsbare delen van het ruimtestation zult vernietigen?"
"Nee.
Mijn mannen oefenden zich maandenlang op een maquette van het ruimtestation en er
zal geen enkele kogel te veel afgevuurd worden."
"U
beschikt natuurlijk over voldoende specialisten om de verse lucht-installatie
onmiddellijk weer in werking te stellen?
Want het is mijn wens, dat het
ruimtestation binnen de kortste tijd weer normaal functioneert."
"Alles is voorzien en voorbereid, sir."
"Goed.
Ik reken op u allen."
De diktator draaide zich om en verliet de anderen, nadat hij er nog snel aan toegevoegd had:
"Ik zal op tijd terugkeren om de start mee te maken."
De
professor keek met een snelle blik op zijn horloge.
Wat zou hij gedaan hebben,
als hij ook maar had kunnen vermoeden, dat in dat horloge een miniatuur
zendapparaat ingebouwd was en dat zijn gesprek met George Thruward rechtstreeks
door de U.S.-spionnen in het industriecentrum opgenomen was?
. . . . .