C.S. Forester - Interventie in de West
Historische roman
In 1793, op de prille leeftijd van net zeventien, was
Horatio Hornblower gedwongen zeebenen te ontwikkelen als cadet.
Na zijn eerste
zeeziekte, klom de onfortuinlijke dokterszoon snel op door de rangen, om admiraal
van de vloot, Lord Hornblower te worden.
In de
tussentijd moet Hornblower heen en weer zeilen langs de kusten van Europa en
Amerika, waarbij hij de machtige schepen van Napoleon en Spanje bevecht of
ontwijkt.
Door zijn heldendaden tijdens de Franse Revolutie en zijn vele andere
avonturen in dienst van zijn land, is de naam Horatio Hornblower een legende
geworden.
Fragment
. . . . .
"Mr. Wellard," zei hij tegen de vrijwilliger naast
hem.
"Ga de kapitein zeggen dat ik een nieuw rif nodig vind."
"Aye aye, sir."
Het
duurde slechts enkele seconden tot Wellard weer aan dek verscheen.
"De
kapitein komt zelf, sir."
"Heel goed," zei Bush.
Hij keek Wellard niet aan toen hij de zinloze woorden zei; hij wilde niet dat Wellard zag hoe hij het nieuws opnam, noch wilde hij een eventuele uitdrukking op Wellards gezicht kunnen lezen.
Daar kwam de kapitein aan, zijn ruige lange haar wapperend in de wind en met zijn haakneus die zoals gewoonlijk weer alle kanten uitdraaide.
"U wilt er nog een rif insteken, mr. Bush?"
"Ja,
sir," zei Bush en wachtte op de snijdende opmerking die hij verwachtte.
Het was een aangename verrassing dat er geen kwam.
De kapitein leek bijna
minzaam.
"Heel
goed, mr. Bush.
Roep alle hens."
De fluitjes snerpten over het dek.
"Alle
hens!
Alle hens!
Alle hens om de marszeilen te reven.
Alle hens!"
De
mannen stroomden te voorschijn; de kreet ,alle hens' bracht de officieren uit
de longroom en de hutten en het adelborstenverblijf om met de lijsten op zak
vast te stellen dat de gereorganiseerde bemanning behoorlijk op post was.
De
orders van de kapitein schalden tegen de wind in.
Vallen en riftalies werden
opgemand; het schip dook en slingerde onder de grauwe hemel over de grauwe zee
zodat een landrot zich zou hebben afgevraagd hoe een man aan dek op de been zou
kunnen blijven, laat staan zich omhoog wagen.
Toen sneed te midden van dit gebeuren een jonge stem, schel overslaand van de opwinding, dwars door de orders van de kapitein heen.
"Vast
aanhalen daar!
Vast aanhalen!"
Er zat
een felle aandrang achter die order en gehoorzaam hielden de mannen op met
trekken.
Toen bulderde de kapitein van achteruit:
"Wie herroept daar mijn
orders?"
"Ik ben het, sir Wellard."
De jonge vrijwilliger keerde zich naar achteruit en schreeuwde tegen de wind in om zichzelf verstaanbaar te maken.
Van zijn post achteruit zag Bush de kapitein
vooruit stappen naar de railing van de kampanje; Bush kon zien dat hij beefde
van woede, zijn grote neus wees naar voren als was hij op zoek naar een
slachtoffer . . .
. . . . .