Dries Nieuwland - Naar het rijk van duizend zonnen
Science fiction
Fragment
Ze zijn bij een gebouw gekomen dat zover vooruitspringt, dat
de gang ineens naar omhoog schiet.
Het duurt niet lang eer ze de ingang hebben
ontdekt, evenals het lichtgevoelig paneel: voor hun verbaasde ogen strekt zich
een zeer grote zaal uit, die uit één reusachtige komputer schijnt te bestaan . . .
"Hier
hebben we alles te zamen!" mompelt Lench tevreden.
"The heart of the Matter . . . "
Gedurende
ruim een halfuur bestuderen zij de instrumentenborden van een reeks machines,
die onafgebroken hun lampjes laten oplichten.
Verder omgeeft hen een
onwezenlijke stilte, die iets lugubers heeft.
Een dode wereld . . .
Alleen staat
er in de rechter bovenhoek van de zaal een schakelbord dat aan een
telefooncentrale doet denken.
Doch inplaats van kontaktdozen zijn er groene
lampen, die harder schijnen te gloeien naarmate de mannen nader komen.
Plotseling
weerklinkt een vaag gezoem.
Lench is midden in de zaal blijven staan en strekt
waarschuwend de hand uit in de richting van de groene ogen, die als dreigende
waakhonden steeds nijdiger gaan reageren.
Het is alsof eensklaps een
geheimzinnige, duivelse kracht ervan uitgaat, die de beide geleerden langzaam
maar onafwendbaar naar zich toehaalt . . .
Doch de
vlootkommandant heeft zijn atoomstraler gegrepen en stelt hem op 3 in: halve
kracht.
Dan doet hij teken aan Smith, zich achter de dichtstbijzijnde machine
te verbergen.
Hijzelf is de groene ogen tot op een twintigtal meters genaderd,
verbergt zich achter het laatste middenpaneel . . . en vuurt!
Het kraken,
sissen en paffen dat eensklaps te midden van een vuurzuil in de zaal opstijgt,
doet de aardbewoners onwillekeurig denken aan een heksenverbranding in de
middeleeuwen: te midden van de sissende explosie zien ze hoe de groene ogen
aanmerkelijk oplichten, hen één ogenblik wijd opengesperd aanstaren, als werden
ze gefolterd door een onmetelijke pijn.
Dan is er een vreselijke knal en alle
ogen doven tegelijk uit in een naargeestig geknetter en wat rook . . .
"Nog een geluk, dat de hele zaal niet in vlammen opgaat!" zucht Smith.
"Heb je de
hypnotische kracht van die ogen aangevoeld?" zegt Lench verbaasd.
"WIE mag daar
toch achter schuilgaan en HOE doen zij het?"
"Ik vrees,
dat dit nog lang hun hoofdkwartier niet is," beaamt Smith.
"Hoe zullen ze in
dat centrum reageren, als ze merken dat wij hun satelliet in handen hebben?
Trouwens, Andrew, wat gaan wij eigenlijk met deze basis aanvangen?"
De aangesprokene glimlacht fijntjes.
"Wij zouden
hier onze reis kunnen onderbreken en al die ruimte kruisers naar de aarde
overbrengen, om te beletten dat ze verder onheil stichten, verklaart hij.
Maar
dat zou een enorm tijdverlies betekenen.
Vergeet niet, dat ons reisplan tot in
de kleinste details werd uitgewerkt.
Als wij achterop raken met ons schema,
komen wij Jupiter op onze weg tegen of missen we het rendez-vous met
Japetus . . . "
Smith blijft zijn werkgever nieuwsgierig aanstaren.
"Wat zou je
ervan denken, Mike, als we een reeks explosieven in de loodsen aanbrachten,
die tot ontploffing komen zodra vijanden het buitenpaneel op de gewone manier
proberen te openen?
Dan zouden toch tenminste die ruimtekruisers onbruikbaar
geworden zijn . . . "
Smiths glimlach beduidt, dat hij het plan uitstekend vindt.