Christiaan van Abkoude - Instituut Sparrenheide

(1917 / Oude spelling)

Jeugd

Fragment:

(. . .)
Midden in een groot dennenbosch tusschen Baarn en de Vuursche lag op een heuveltje, geheel verscholen in het groen, een aardige, houten villa.
Er liep een balcon rond het heele huis en daardoor leek het veel op een Zwitsersche woning.
Alleen het dak stak boven de boomen uit, en wanneer je uit het dakraam keek, had je een verrukkelijk gezicht over heel den omtrek.
Je zag dan duidelijk de torens van Amersfoort, Soest, Bunschoten en meer omringende dorpen.
Je zag er heel mooi het Witte Paleis van Koningin Emma en wat naar rechts de Naald van Waterloo.

In dat hooggelegen huis woonde mijnheer Bergwoude, hoofdonderwijzer van de kostschool "Sparrenheide."
Als mijnheer Bergwoude naar school ging, behoefde hij alleen maar het heuveltje af te dalen, waarop zijn huis gebouwd was en den boschweg over te steken, want het schoolgebouw stond juist aan den overkant.

Dat schoollokaal was niet groot, het bestond maar uit twee klassen en een gymnastieklokaal.
Maar het was ook geen gewone school.
Op "Sparrenheide" kwamen alleen kinderen, die niet zoo vlug konden leeren als andere jongens en meisjes.
Sommigen, omdat ze thuis altijd ziekelijk waren, anderen omdat ze zenuwachtig waren of vroeger de een of andere ziekte hadden gehad, waardoor ze later niet meer zoo goed onthouden konden.

 En waarom ze nu op een gewone school niet, en op "Sparrenheide" wèl konden leeren, dat zullen we in dit boek wel bemerken . . .
(. . .)