Ronny Casteleyn - De man met de gele regenmantel

Jeugd / Spannend

Fragment

( . . . )
Walter stond plots op het punt iets te zeggen toen hij een bepaald gerucht hoorde.
Het leek op een gekreun.
Gedurende enkele seconden bleven de jongens onbeweeglijk staan.
Scherp luisterden ze toe.

"Het kwam beslist uit deze kamer," fluisterde Joris terwijl hij naar een deur wees.

"Naar binnen!" zegde Walter moedig, alhoewel hij inwendig beefde van vrees.

Ze wierpen de deur open en bleven als aan de grond genageld staan.
In de kamer stond niets anders dan een oud bed.
En op dat bed lag een bewusteloze, geboeide jongen.
Het was Jan!
Jan, hun beste schoolmakker.

Even slikten de beide knapen iets weg.
Ze waren sprakeloos.
Het duurde enkele minuten voor ze opnieuw de spraak terugvonden.

"Het . . . is werkelijk ongelooflijk," stamelde Walter.
"Dat is Jan Durnez.
En hij ziet er zo bleek uit."

"Zou hij soms... dood zijn?" fluisterde Joris bevend.

"lk weet het niet," zegde Walter.
"Wat hebben ze met onze goede makker toch gedaan?
Die schurken!"

"Laten we vlug zijn boeien doorsnijden en van hier vertrekken," fluisterde Joris.

Ze kwamen nader.
En op dat ogenblik hoorden ze opnieuw een gerucht.
Het kwam uit een aanpalend vertrek.
Als aan de grond genageld bleven de jongens staan.
Ze wisten nu plots met zekerheid dat er nog iemand in de villa moest zijn.

Heel duidelijk hoorden ze naderende voetstappen.
Walter en Joris raakten in paniek.
Waar moesten ze naartoe?
Waar moesten ze zich verbergen?
Waar?

En plots kwamen ze beiden op hetzelfde idee!
Het was een hoog en ouderwets bed.
Dus lag de oplossing voor de hand . . .
( . . . )