Edward Multon - Na middernacht
Thriller
Fragment
( . . . )
De eerst zo rustige buurt was in rep en roer!
Afgrijselijke verhalen deden de ronde!
Er was een driedubbele moord
gepleegd en één van de slachtoffers was zojuist bij de bakker
binnengebracht. De politie was er bij!
Intussen zochten
verscheidene agenten de omgeving af naar de geheimzinnige schutter.
Er kwam steeds meer politie opdagen
en dat droeg er niet toe bij de stemming onder het groeiend aantal nieuwsgierigen rustiger te maken.
Pierre Baptiste Gounod was bij de bakker, die zijn étalagelichten ontstoken had, het middelpunt van een kring gapende nieuwsgierigen en een druk schrijvende agent, die alles van hem moest weten, vanaf zijn geboorte tot aan het moment van zijn huidige levenswandel, naam en beroep inbegrepen.
Gounod had nooit goed begrepen, waarom politiemannen altijd
zo'n gekke omweg maakten en naar je geboortedatum vroegen, alsof
ze er aan twijfelden dat je werkelijk geboren was!
Konden die kerels
daar niet mee wachten tot later?
Als ze je naam en adres hadden, was
het voorlopig toch genoeg?
Dat arme kind lag
daarbinnen zowat te apegapen en die diender stond hem op z'n dooie gemak uit te vragen, alsof hij de oorzaak was geweest van alles en er ergens geen gevaarlijke pierewaaier, misschien zichzelf en een meisje, dat Lisette
heette, van kant gemaakt had!
Of nee, dat kon niet.
Er was maar één schot gevallen.
Aan het flegma van de
agent scheen een onverwacht einde te komen, toen in de verte van alle kanten politiefluitjes
weerklonken.
Hij klapte zijn boekje dicht en duwde de hevig verontwaardigde
père Gounod de bakkerswinkel binnen.
"Voorlopig hier blijven!" zei hij kort.
"Wel alle duivels!" begon Gounod verontwaaardigd, "zeg, ik ben geen..."
"Doodgeschoten!"
gonsde het door de straat.
Het gerucht kwam uit de nabijheid van de Sacré Coeur en plantte zich voort tot aan de bakkerij, waar Gounod stond.
"Er is een meisje
vermoord!
Doodgeschoten!
Ze vonden haar lichaam ernstig verminkt op de stoep van een huis in de Rue
Muller.
De politie zet de hele wijk af!
Er mag niemand in of uit!"
( . . . )