Marelle Boersma - Mio Dio
Kort verhaal
Fragment
De kop cappuccino is net voor Sylvia neergezet, als de
70-jarige Donna komt aanrennen. Korte benen, bloemetjesschort, haar armen wijd
om zichzelf in balans te houden.
De snelheid waarmee de vrouw over de ronde
keitjes op Sylvia's vaste ontbijtplekje komt afsnellen, past totaal niet bij
haar.
Normaal is deze dorpsgenoot de rust zelve.
"Het is Giovanni!
Kom snel!"
Daarna volgt er een reeks
Italiaanse kreten.
Sylvia komt verschrikt overeind.
"Wat is er aan de hand?"
"Giovanni.
Het is vreselijk.
Ik kwam binnen om..."
De rest van
de zin blijft steken in haar keel.
"Dus je was bij Giovanni om schoon te maken, en toen?"
Sylvia staat nu tegenover de Italiaanse vrouw en legt haar handen op haar
schouders.
Ze wil haar kalmeren, maar in plaats daarvan barst de vrouw in een
hartverscheurend gesnik uit.
"Mio Dio.
Arme Giovanni.
Waarom?"
"Is hij ziek?
Ik kom direct met je mee!"
Sylvia geeft Donna
een arm en troont haar mee over het steile pad dat via trappetjes en bochtige
wegen terug leidt naar haar huis.
Gisteravond heeft ze nog met haar buurman Giovanni op het
stoepje voor het huis gezeten, genietend van de ondergaande zon met een glas
wijn.
"Deze wijn geeft meer warmte dan het avondrood tijdens de mooiste
zonsondergang", had hij gezegd met zijn zware stem, die ze regelmatig door de
muren hoorde galmen.
Ze hadden geklonken op haar toekomst in het kleurrijke
dorp Corniglia.
"Wat is er gebeurd?", vraagt ze als ze merkt dat Donna steeds langzamer gaat lopen.
"Ik begrijp niet hoe het kon gebeuren.
De politie is er nu
bij."