
L. van der Meer-Prins - Liefdeskruistocht
Roman
Fragment:
( . . . )
Haar koffer stond gepakt.
Grootvader had het
gezien en zei:
"Stop die slaapzak er
ook maar in.
Je kon 'm wel 's nodig hebben."
Ze lachte hem
dankbaar toe.
"Neem 'm maar weer
mee, als je 's komt logeren."
Grootvader!
Wat begreep hij haar goed!
Ze had in het dorp
nog wat ondergoed gekocht en een stevige spijkerbroek met een witte coltrui, een paar kaplaarzen.
Ze was alleen gegaan
op grootvaders brommer en hij had haar even toegegrinnikt:
"Je weet wel wat je
doet, hè?
Vastbesloten?"
Ze had alleen maar
geknikt.
De taxi kwam om negen
uur 's morgens.
Inge herkende de garagehouder en glimlachte hem toe.
"Fijne vakantie
gehad?" vroeg hij.
"Ja, heerlijk, en nu
ga ik naar Noorwegen."
Ze stapte bij vader
in de auto, nadat ze grootvader nog eens omhelsd had en gezegd had, dat ze terugkwam.
Bij het station hield
de garagehouder het portier voor haar open.
"Goeie reis," zei
hij.
"Nog wel bedankt voor
alles wat u voor me deed," zei ze.
"Graag gedaan."
In de trein was vader
zwijgzaam als altijd.
Ook Inge hulde zich in stilzwijgen.
Ze dacht aan de
plezierige tochtjes, die ze met Jap had gemaakt.
Het waren altijd heerlijke ontdekkingsreizen geweest,
waarbij Jap haar van alles wees: vogels en bloemen, molens, antieke
gevels, prachtige vergezichten.
Jap had altijd iets bij haar
losgemaakt, wat hij 'onontgonnen terrein' noemde.
Zijn blijheid en interesse waren op haar overgegaan.
Ze peinsde er over,
dat zij veel minder strubbelingen met Jap en Lief had gehad, dan haar vriendinnen met hun ouders pleegden
te hebben.
Nu zat ze naast haar eigen vader en in plaats van
blij te spinnen over de komende zeereis, zaten ze daar stommetje te
spelen . . . karakterovereenkomst die tot irritatie leidde?
Wie zou
het zeggen?
Eenmaal op het
station in Amsterdam bleef hij opeens staan en keek haar aan.
"Koop een kaartje en
ga naar huis," zei hij bars.
"Nee vader."
"Ik zeg . . ."
"Ik ga mee, vader."
Hij draaide zich om
en ze volgde hem naar de haven.
( . . . )