Stuart J. Byrne - Kameleons bedreigen de Aarde

Science fiction

Fragment

. . . . .
Shahn opende de ogen en vond zichzelf met de lippen tegen Lillian's wang.
Zij sliep, in zijn armen.
Maar zij was niet de oorzaak van de plotse dreiging die hij voelde.

Een geluid, niet te onderscheiden met aardse oren, maande hem tot voorzichtigheid.
Plots sloeg de schrik hem om het hart.
Lillian ontwaakte.

"Shahn, wat is er?"

Als antwoord trok hij haar tegen zich aan en fluisterde:
"Houd je kalm, liefste, het is niets."

"Shahn, je beeft!
Je weet wat het is."

"Ja, maar als we blijven, stil, waar we nu zijn . . ."

"Maar wat is het, Shahn?"

"Je kunt het beter weten.
Ik vertelde je dat ze mij niet zouden laten ontsnappen.
Zij zoeken mij nu . . . ginds boven."

"Bedoel je de luchtmacht?"

"Nee, vliegende schotels . . . het zijn echte ruimteschepen."

Zij zat dicht tegen hem aangeleund.

"O, Shahn... ik begrijp het niet.
Ik hoor niets..."

"Voel je niets?"

"Nee.
Jij?"

"Ga met je hand door mijn haar."

Zij deed het.
Er sprongen vonken uit.

"Magnetisme," zei hij . . .
"De lucht wordt er van vergeven wanneer zij naderen." 

Hij voelde hoe ze beefde. 

"Als ze ons vinden . . .
Blijf dicht bij mij."
. . . . .