Rutger Bregman - Het water komt
Mens & Maatschappij
Als er nu één verhaal verteld moet worden, dan is dat het verhaal van Johan van Veen.
Ingenieur.
Vader van het Deltaplan.
Een van de grootste Nederlanders aller tijden.
En vrijwel niemand die hem kent . . .
In het Groningse plaatsje Uithuizermeeden is een klein monument voor hem opgericht.
Een grauwe buste die nauwelijks op hem lijkt, tussen een parkeerplaats en een supermarkt ('een van de lelijkste plekken van Nederland', aldus Johans biograaf).
Hij noemde zichzelf 'dr. Cassandra', naar de Griekse prinses die wist dat Troje zou vallen, maar door niemand werd geloofd.
Johan van Veen was een ambtenaar bij Rijkswaterstaat en voorspelde de Watersnoodramp van 1953.
Niet één keer, maar twintig jaar lang.!
'Ja, dit kan in Nederland, want ze begrijpen er niets van', had hij in 1952 nog tegen een journalist van Elsevier gezegd.
De hoofdredacteur schrapte het interview toen uit het blad.
'Paniekzaaierij', vond hij het.
Het verhaal van Johan is het verhaal van Nederland.
Een verhaal van een klein land aan de Noordzee, dat eigenlijk al in de golven zou moeten zijn verdwenen.
Een land waar je je kop niet boven het maaiveld uit moet steken, en waar onbeleefdheid tot deugd is verheven.
Een land van kleine kruideniers die klagen en zeiken, zeuren en mekkeren, die 'lukt niet', 'mag niet' en 'kan niet' blijven roepen, totdat ze zelf - inééns - het onmogelijke doen.
Maar daar is dan wel eerst een ramp voor nodig . . .