
Luigi Pirandello - Geluksvogels
Verzamelde verhalen
Als we u vragen wie in 1934 de Nobelprijs voor Literatuur kreeg, antwoordt u natuurlijk zonder verpinken 'Luigi Pirandello'.
In 'Geluksvogels' zijn dus een tachtigtal verhalen opgenomen uit Pirandello's verzameld werk.
Waar te beginnen?
Bij het openingsverhaal 'De tragedie van een personage', waarin de schrijver zijn eigen personages op audiëntie laat komen bij zijn alter ego en meteen blijk geeft van een ontwapenend gevoel voor humor en zelfspot?
Of met Jacopo Maraventano, de astronoom uit 'Speldenknopjes', die tot zijn niet geringe frustratie weinig gehoor vindt bij zijn familieleden met zijn verwondering over de nietigheid van de mens in de eeuwigheid van de oneindige kosmos?
Met de mislukte zelfmoordenaar Gosto Bombichi, die uiteindelijk domweg in het veld in slaap valt?
Of de sluwe Lizio Gallo, een onverbeterlijke mooiprater die zijn dood veinst om van zijn schuldeisers af te komen?
Er
is keuze zat.
Hier en daar klinkt ook sociale kritiek en richt Pirandello zijn pijlen op de katholieke kerk.
Zo heeft de arme dagloner Siroli in 'Aan het werk!' al zijn hoop gericht
op zijn zoon Giovanni, die in tegenstelling tot zijn door malaria getroffen broers niet op het land hoeft te ploeteren.
Tenminste, totdat hij pedoseksuele neigingen blijkt te hebben:
'Het bericht dat die zich had bezoedeld door een schandelijk misdrijf te begaan ten aanzien van de arme kleintjes die in het weeshuis aan zijn zorgen waren toevertrouwd, was op de boerderij van de oude Siroli dan ook ingeslagen als een bom.'
Het is een verrassend
actueel klinkend verhaal uit een tijd dat seksueel misbruik door geestelijken nog een taboe van jewelste was.
De lokale kerkelijke gezagsdragers willen de zaak het liefst in de doofpot stoppen en overwegen om Giovanni over
te plaatsen.
Maar daar wil vader Siroli niet van weten: Giovanni zal naar huis komen en in het zweet des aanschijns boeten voor de schande die hij over de familie heeft gebracht.
Pirandello grossierde in zedenschetsen, tranches de vie en streekverhalen, maar die zijn niet oubollig.
Hij was opvallend sterk in dialogen, scheef modern voor zijn tijd, schuwde
de volkstaal niet en was allesbehalve een academische droogstoppel.
- Deze nieuwe bloemlezing van Luigi Pirandello's korte verhalen is uitzonderlijk mooi vertaald. Weer blijkt dat de schrijver, zo'n eeuw nadat de verhalen voor het eerst verschenen, iets wezenlijks te zeggen heeft over de mens en zijn getob.' - Emilia Menkveld