Hans de Groot-Canté - Fokje luistert naar de wind

Roman

 ( . . . )
Die eerste ochtend bij mevrouw Van Zoelen zou Fokje niet licht vergeten.

Ze had verwacht, toen ze om acht uur aanbelde, dat de oude dame haar in een peignoir zou opendoen, maar tot haar stomme verwondering was haar werkgeefster al tot in de puntjes gekleed en gekapt.
Ze groette niet toen Fokje binnenstapte; ze keek alleen een tikje misprijzend op haar horloge.
'Twee minuten te laat meisje.'

De dag was verder gekropen.
Fokje had eerst de grote woonkamer een beurt moeten geven; elk prulletje, elk vaasje moest gestoft worden en mevrouw liep voortdurend achter haar aan.
Fokje had een dikke jumper aangetrokken en een maillot onder het zwarte rokje, maar opeens had ze toch gemerkt dat ze liep te rillen van de kou.
Dat was om negen uur geweest.

'De kachel wordt niet vóór halfelf aangemaakt,' was het koele antwoord geweest.
Met stijve vingers van de kou deed Fokje die eerste dag het haar opgedragen werk.

Om tien uur had ze een kop thee naar de heer des huizes - die nog op bed lag - moeten brengen.
Schuchter had ze aangeklopt en op een onduidelijk gebrom had ze de zware deur geopend.
In het halfduister had ze een enorm bed ontdekt.
Op het eerste gezicht had ze gedacht dat er niemand in lag, maar toen haar ogen aan de schemering gewend waren, ontdekte ze een klein smal heuveltje onder de dekens. 
Een klein met warrig grijs haar overdekt mannenhoofd stak nog net boven dek uit.
De knorrige mannenstem had gezegd: 'Zet maar neer op het nachtkastje en verdwijn.'

En nu was Fokje al drie weken bij het echtpaar Van Zoelen.
Thuis werd weinig commentaar gegeven.
Vader had een paar maal gevraagd of het haar beviel en Fokje had vage antwoorden gegeven.
Het had immers geen zin om te zeggen dat het er bijna niet te harden was?
Ze moest doorzetten, tonen dat ze tenminste iets kon.
Fokje meed haar oude schoolkennissen; ze had geen zin om van dit fiasco te vertellen.

Pim was een weekend thuisgekomen en had een meisje meegebracht.
Moeder was in de wolken geweest, want Lize was een lid van één der eerste families in het land, zoals ze dat plegen te noemen.
Fokje had spottend gegrinnikt toen moeder dit aan vader vertelde.

En nu was het al weer de eerste maandag in maart.
Het was acht uur en donker, vorstig' weer.
Moeizaam trapte Fokje vanaf de pont in de richting van haar huis.
Mevrouw Van Zoelen had haar weer veel langer laten blijven. 

De traditionele wasdag was in dat huis gewoon een verschrikking.
Geen wasmachine of centrifuge mocht hier in, alles gebeurde met de hand.
Fokje had het idee dat haar handen gevoelloos waren geworden van het eindeloos wringen en dan die commandostem op de achtergrond . . .
( . . . )

Wij gebruiken cookies om onze website goed te laten functioneren en te beveiligen, en om je de best mogelijke gebruikerservaring te bieden.

Geavanceerde instellingen

Je kunt jouw cookievoorkeuren hier aanpassen. Schakel de volgende categorieën in of uit en sla de selectie op.

De essentiële cookies zijn essentieel voor de veilige en correcte werking van onze website en het registratieproces.
Functionele cookies onthouden jouw voorkeuren voor onze website en maken het mogelijk deze aan te passen.
Prestatiecookies controleren de prestaties van onze website.
Marketing cookies stellen ons in staat de prestaties van onze website te meten en te analyseren.